Tekst: Sandra Veenstra | Beeld: De Beeldredacteur

Waar mensen samen zijn, ontstaat al snel een samenspel van harmonie en disharmonie. Kindcentra zijn daarin geen uitzondering, maar hebben wel unieke mogelijkheden om vroeg in een mensenleven actief bij te dragen aan de sociale ontwikkeling van toekomstig volwassenen. Ze zijn een democratische oefenplaats1 voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Zo ook Montessori Kindcentrum ’t Ronde in Leusden, waar peer mediation2 een integraal onderdeel is van de dagelijkse gang van zaken. 

De democratische oefenplaats bereidt voor op de maatschappij. Op het kindcentrum oefenen kinderen naast het curriculum immers ook in het vinden van hun identiteit, het bepalen, stellen en respecteren van grenzen. Ze oefenen in het samenleven en omgaan met verschillende belangen, loyaliteiten, ervaringen en karakters. En met zelfstandigheid en autonomie, rebellie, weerstand en conflicten. Best veel om mee aan de slag te zijn. En dan ook nog eigenaarschap en het nemen van verantwoordelijkheid, volwassen begrippen waarover veel gesproken wordt. Om daar daadwerkelijk van jongs af aan in te kunnen ontwikkelen is participatie onontbeerlijk. 

‘Je hoeft je niet te schamen, iedereen is mens’

Peer mediators

Amin, Elin, Ilora, Myrthe en Ronja, allen leerlingen in de bovenbouw, zijn opgeleid en werkzaam als mediator. De vijf maken deel uit van een groep van twaalf media-toren die in duo’s hun werk doen op en rond de school. Ze zijn zichtbaar fier op hun functie. Vaak worden ze ingeschakeld door een of beide conflicterende partijen. Soms door een leerkracht, maar ook zelf zijn ze alert op misverstanden, pestgedrag of dreigende ruzies. Ook hier geldt het uitgangspunt van Montessori ‘Help me het zelf te doen’. De mediatoren lossen de conflicten niet voor de partijen op, maar proberen zo onpartijdig mogelijk te zijn, luisteren en geven tips. Volwassenen kunnen hier nog wat van leren, zegt Myrthe. De anderen vallen haar bij. Elin legt uit: ‘Volwassenen nemen vaak te weinig tijd, zeggen dat je samen moet spelen en sussen de problemen weg. En dan laten ze je sorry zeggen. Maar dat is geen oplossen, dat is wegschuiven. Daarna lopen ruzies vaak verder, want ze zijn niet uitgepraat.’ Ronja vult aan: ‘Of volwassenen gaan het conflict vóór de kinderen oplossen… Dan komt het ook steeds terug, omdat ze er niet van konden leren.’ Ilora: ‘Wíj nemen de tijd en luisteren naar allebei de kinderen. We leven wel mee, maar op gepaste afstand, want we kiezen geen partij.’ Als ze worden gevraagd door eigen vrienden schakelen ze een collega in. De mediatoren volgen een stappenplan en van iedere mediatie wordt een verslag gemaakt. De volgorde van stappen is heel belangrijk, zo legt Amin uit. ‘Eerst moet je zorgen dat iemand is afgekoeld en dan ga je allebei de kinderen vragen of ze mediatie willen. De meesten willen wel mediatie. Daarna ga je vragen wat de gevoelens zijn.’ Ronja vult aan: ‘Belangrijk is ook dat je samenvat wat je gehoord hebt. En dat ze je vertrouwen. Wij helpen de kinderen dan eigenlijk zélf de oplossing te bedenken.’ 

Voordracht en verkiezing

Ieder van hen heeft zijn eigen redenen om mediator te willen zijn. De een is vroeger gepest en heeft zich vanuit die ervaringen ontwikkeld tot bemiddelaar, de ander pakte van nature bij haar vrienden altijd al die rol. Allemaal vinden ze het leuk om te leren over gedrag en om kinderen te helpen elkaar beter te begrijpen. Ilora: ‘Mediatie is eigenlijk veel meer dan oplossen, we leren er zelf ook van. Want door dit werk word je ook rustiger en denk je meer na.’ Ronja: ‘En maak je niet altijd van een mug een olifant. Dat leer je ook.’ De mediatoren worden voor-gedragen door hun leerkracht. Meestal worden per jaar nieuwe leerlingen gekozen, een enkeling blijft twee jaar in zijn of haar rol. De leerkrachten kijken onder meer of het kind de verant-woordelijkheid kan dragen, maar ook kinderen die zelf op het gebied van conflicten of gedrag nog wat te leren hebben, kunnen worden voorgedragen. Nadat zij zichzelf hebben gepresenteerd aan de groep volgt een verkiezing. De kinderen ervaren het unaniem als eervol, en hun functie wordt gedragen door leerkrachten én leerlingen. Of iedereen geschikt is weten ze niet. Soms komen voorgedragen kinderen tot de conclusie dat ze niet geschikt zijn, bijvoorbeeld omdat ze zelf veel ruzie hebben. Maar dan kan je tijdelijk stoppen. Amin: ‘Dat is ook niet erg, want je moet het nog leren. Dan moet je ook gewoon rustig blijven, je hoeft je niet te schamen, iedereen is mens.’

‘Mediatie is eigenlijk veel meer dan oplossen, we leren er zelf ook van’

Jeanette Ridderhof, directrice van Montessorischool ’t Ronde
Evaluatie en preventie

Met de begeleidende leerkrachten wordt het proces regelmatig geëvalueerd. Zijn de mediatoren zichtbaar genoeg? Hoeveel casussen zijn er behandeld? Voelt iedereen zich nog senang in zijn rol? De mediatoren zoeken elkaar ook makkelijk op, als ze daar behoefte aan hebben. Maar, zo vertelt Ronja, als er echt een gevecht is, dan wordt de juf of meester erbij gehaald, ‘want dat is te groot’. En ook als hetzelfde conflict zich herhaalt, wordt opgeschaald naar de leerkracht. ‘Soms willen kinderen het niet echt oplossen en halen steeds nieuwe dingen erbij. Of komt hetzelfde probleem vijf keer terug. Dan willen ze het misschien niet echt oplossen, dus dan werkt mediation niet.’ In sommige periodes komen de mediatoren vaker in actie dan in andere. Maar nu is het even rustig, zo vertelt Myrthe. De mediatoren vermoeden dat hun aanwezigheid en werk ook preventief werken, er lijken minder conflicten te ontstaan. ‘Maar’, zo waarschuwt Ilora, ‘dat kun je pas echt zeker weten als de zomervakantie begint. Want soms loopt de spanning op als het bijna vakantie is.’  

Bronnen:
1. https://www.humankind.nl/onze-vier-domeinen
2. https://www.devreedzame.school/info/64-publiek-domein/info/182-leerlingmediatie