‘Leerlingen aanmoedigen om de maatschappij en zichzelf te bevragen’
Tekst: Sam de Vlieger
Brockwood Park School in Zuidoost-Engeland is opgericht door de Indiase filosoof en pedagoog Jidda Krishnamurti1. Het oude landhuis waarin de school is gevestigd is gelegen in een glooiend landschap en omringd door prachtige natuur. Leerlingen gebruiken er geen telefoons en alleen op gezette momenten en in bepaalde ruimtes mag van computers gebruikt worden gemaakt. Abhijit Padte, werkzaam op Brockwood, weet er meer van.
Wat is jouw positie binnen Brockwood Park School?
Abhijit: ‘Mijn belangrijkste taak is lesgeven. Dit is mijn zesde jaar op deze school en ik geef les in wiskunde en informatica. Daarnaast ben ik de IT-beheerder en regel alle zaken aangaande computers en het netwerkbeheer. Ik organiseer ook sessies voor studenten waarin we spreken over digitale veiligheid. Ons doel is om leerlingen bewust te maken van de voor- en nadelen van technologie. Daarom hebben we twee à drie sessies per jaar waarin we verschillende technologische ontwikkelingen bespreken. Mentoren schuiven hier ook bij aan.’
Kun jij in enkele zinnen Brockwood Park School beschrijven voor onze lezers?
‘Dat is lasting. Ik zou zeggen dat ons doel het laten bloeien van goedheid is, zoals Krisnamurti zou zeggen. We hopen dat leerlingen zich als goede mensen ontwikkelen. Dat houdt in dat ze een goede relatie hebben met de natuur en een goed begrip van zichzelf. Maar we schrijven kinderen niet voor wat ze wel en niet moeten doen. We proberen een gevoeligheid te stimuleren waardoor ze kunnen reflecteren op zichzelf en hun relatie met anderen.
De school kenmerkt zich ook door onze gezamenlijke aanpak. We leven hier in een gemeenschap waarin leerlingen maar ook docenten deze gevoeligheid nastreven. Dit beperkt zich niet tot het klaslokaal maar juist ook bij het opruimen, het afwassen, het werken in de tuin.
Een ander belangrijk aspect is de ruimte om niks te doen. Iedereen heeft ruimte nodig om naar zichzelf te kijken, zonder afgeleid te worden door inkomende meldingen en een constante stroom van informatie. Onze dagen beginnen bijvoorbeeld met een gezamenlijke stilte van 10 minuten. De nadruk ligt dus niet op het academische maar op het creëren van plekken waarin mensen de relatie met zichzelf en anderen kunnen ontwikkelen en onderzoeken. Als leerlingen later naar de universiteit willen om te studeren, begeleiden we hen naar het examen, maar dit examen is niet verplicht.’
Hoe kijken jullie naar het gebruik van telefoons en computers?
‘We zien telefoons en computers als dingen die bestaan om gemak en efficiëntie te bewerkstelligen. We hebben geen uitsluitend negatieve kijk op technologie. Wij vinden dat het een juiste plek moet hebben in het dagelijkse leven. Technologie als middel is goed maar als het je “overmeestert” dan weer niet. We willen leerlingen laten nadenken over en oefenen met een verantwoord gebruik van technologie.
Op onze campus willen we dat leerlingen niet te veel tijd achter een scherm zitten. We hebben een prachtige campus en we hebben liever dat leerlingen buiten rondlopen. Tegelijkertijd willen we het gebruik van digitale technologie niet verbieden. We beperken het gebruik van schermen in tijd en ruimte. Leerlingen kunnen alleen op gezette tijden en daarvoor bestemde ruimtes computers gebruiken. Smartphones kunnen op zaterdag gebruikt worden. Alle leerlingen hebben wel dumb phones, zodat ze wel altijd met hun familie in contact kunnen zijn.’
Hoe reageren leerlingen op deze regels?
‘We zien dat leerlingen hier snel aan wennen. We hebben zo veel interessante dingen op onze campus. Leerlingen zijn in de houtwerkplaats, maken muziek, wandelen, zijn met elkaar in de weer en af en toe gebruiken ze computers en telefoons. Het is een gebalanceerde aanpak waarin leerlingen leren om verantwoord met technologie om te gaan. We bespreken onze aanpak ook met onze leerlingen. Onze aanpak is niet in steen gebeiteld en wordt daarom ook steeds aangepast. De huidige regels zijn ook tot stond gekomen door de gesprekken die we met leerlingen voeren over wat zij wenselijk achten.’
Is jullie aanpak gebaseerd op de filosofie van Krishnamurti?
‘Krishnamurti was erg bewust van de gevaren van digitale technologie voor de menselijke geest. In 1980 stelde hij al de vraag: “Wat zou er gebeuren met het menselijke brein als haar activiteiten beter en efficiënter door een machine kunnen worden uitgevoerd?” Deze vraag is met de komst van ChatGPT alleen nog maar urgenter geworden. Naast zijn zorgen over het effect op het menselijke brein hechtte Krishnamurti groot belang aan een goede relatie met de natuur. Vandaag kijken kinderen gemiddeld 9 uur per dag naar een scherm. Ze leven in een virtuele wereld. Wat doet dat met hen? Dit is de reden waarom we willen dat leerlingen naar deze aspecten leren kijken en begrip ervan kunnen ontwikkelen.’
Hoe zien jullie dat begrip groeien bij jullie leerlingen?
‘Onze leerlingen komen van families en vrienden waar iedereen de hele tijd van telefoons gebruik maakt. In het begin voelen ze zich zonder telefoon lichtelijk ontheemd, maar na een tijdje missen ze hun telefoon niet meer. Ze gaan niet door een soort ontwenningsperiode net als bij drugs, omdat er nog zo veel andere dingen zijn, zoals sporten, muziek maken, schilderen, keramiekwerken en we hebben een geluidsstudio. Het is erg stimulerend om te zien hoe ze zich vol overgave in die activiteiten storten. Ze ontwikkelen andere aspecten van zichzelf en ze zien er ook de waarde van in. Ze beseffen meer dat ze technologie op een intelligente wijze kunnen gebruiken. De meeste leerlingen leren zo op een verantwoorde wijze om te gaan met technologie.
Voorheen waren telefoons op Brockwood nog toegestaan op de kamers van de leerlingen. Dat is nu dus veranderd?
‘Zoals ik al zei, staat ons beleid niet vast. De leerlingen discussiëren met ons en we veranderen dingen. We hebben ook veel leerlingen die na een tijdje weer terugkomen en ons feedback geven over hun tijd op Brockwood. We vragen hen hoe onze aanpak voor hen werkte. Door de feedback van deze leerlingen hebben we de regels aangepast. Wat ook meespeelt is dat de meeste leerlingen nu een laptop hebben, waardoor de noodzaak om de telefoon te gebruiken is verminderd. Maar ook de laptop kan alleen op bepaalde momenten gebruikt worden.’
Wat zou je willen delen met andere scholen?
‘Mijn indruk is dat apparaten steeds geavanceerder worden. Een telefoon is een gezondheidsmonitor, een camera, een gps, et cetera. We moeten dus beseffen dat we meestentijds een zeer intelligent apparaat bij ons dragen en dat we dit apparaat meer en meer zullen gebruiken. Ons punt is dat dit ook onze relaties beïnvloedt, doordat het ons onderling verwijdert en van de natuur. Wat deden we een paar decennia geleden toch toen die apparaten er nog niet waren? Ik denk dat elke school zich af moet vragen: “Wat doen die apparaten met de relaties die we aangaan met andere mensen, de wereld en de natuur?” Gezien de huidige ontwikkelingen kunnen we het ons niet meer permitteren om te zeggen: “We kijken wel even aan hoe het loopt”. De urgentie is te groot. We moeten onze leerlingen niet alleen voorbereiden om in de maatschappij te passen, maar ook om de maatschappij uit te dagen. Elke school moet in deze leerlingen aanmoedigen om de maatschappij, anderen en zichzelf te bevragen.’