Tekst: Leo Samama1. Juni 2022

 

© NPO Radio 4 – Marc Wielaert

Het was de zomer van 1969, toen de eerste mens op de maan landde, maar ook toen ik veertig kinderen van elf jaar mocht bezighouden. Mijn taak was vooral leuke dingen met ze te doen, van vlaggenroof tot muziek maken. Zo besloot ik op een dag om met een deel van de kinderen muziek te gaan maken, want er stond in een lokaal een compleet Orff-instrumentarium opgesteld. 

Ik vertelde hen een sprookje over een vuurvogel, een jonge prins en een kwade tovenaar. Daarna gingen we aan de slag om bij dat sprookje muziek te bedenken, die we tenslotte met een bandrecorder hebben opgenomen. Toen we met onze compositie helemaal tevreden waren, liet ik de kinderen van hetzelfde verhaal een andere opname horen. En ik vertelde hen met opzet niet welke groep die muziek gemaakt had. 

We waren het helemaal met elkaar eens: die anderen hadden er niet veel van begrepen, hoe mooi hun muziek soms ook klonk. Zo moest Stravinsky het onderspit delven en won het gezelschap van elfjarigen het pleit. 

Wat leerde ik die zomer als achttienjarige scholier? Bovenal hoe waardevol onbevooroordeeld luisteren is. Hoe belangrijk het is voor scheppers en luisteraars van muziek om zich niet door grote namen van de wijs te laten brengen over wat ze zelf hebben gemaakt en wat ze bij het luisteren werkelijk gehoord hebben. En dat ook bij jonge kinderen altijd de scheppende kracht centraal moet staan, dat het zelf doen en maken belangrijker is dan het louter consumeren. En dat in de kern iedereen muziek kan maken, eigen muziek, vanuit een eigen voorstelling van klanken. 

Natuurlijk zijn er altijd kinderen die van huis uit liefde voor muziek hebben meegekregen. Die al jong een instrument spelen, zich in een orkest of bandje uitleven. Maar zelf muziek bedenken? Laat ik nog zo’n voor mij alles bepalend moment uit mijn jeugd geven. Want het zijn die momenten die er toe doen, of je ze nu thuis meemaakt, op school, of buiten school. 

Als jonge tiener speelde ik in een piepklein orkestje van Jeugd en Muziek. De dirigent was een bekende componist, Bernard van Beurden. Op een dag kwamen we het leslokaal binnen voor de wekelijkse repetitie en had de dirigent op het bord twaalf tonen opgeschreven. Twaalf verschillende tonen. Alle twaalf van het octaaf. Jongens en meisjes, zei hij erbij, we gaan vandaag met deze twaalf tonen zelf componeren. 

Wat hadden we een plezier! Nu eens niet die duffe stukjes voor jeugdorkest, maar eigen experimenten! En wat kon je met die twaalf tonen veel doen. Alleen en tezamen, na elkaar en tegelijkertijd, zelfs dwars door elkaar heen. We konden ons er helemaal in uitleven. Alles was toegestaan en alles was mogelijk. 

Dat was muziekonderwijs in optima forma. We ontdekten hoe de wereld van klanken in elkaar zit. Wat makkelijk en wat moeilijk is, wat werkt en wat niet. Al zoekende leerden we. Al lerende zochten we verder. Wij kinderen leerden ons in eigen klanken uit te drukken en merkten dat wij tegelijkertijd ook die klanken zijn. 

Zo ontdekten we misschien wel de belangrijkste waarheid van muziek: zij is een weerslag van wie we zijn, hoe we denken en wat we denken, waar en hoe we leven, waar we graag naar luisteren, waarover we dromen. Je kan met muziek je eigen verhalen vertellen, je diepste emoties uitdrukken. Oftewel: we zijn de muziek die we maken.

Bovendien is muziek ook de meest abstracte kunstvorm die we kennen. Je kunt er alles mee zeggen en niets. Muziek is van zichzelf immers betekenisloos tot wij er betekenis inleggen, ieder voor zich. Muziek is een taal zonder woorden. 

Zo leren we door muziek abstract te denken (goed voor wiskunde), complexe communicatietechnieken (goed voor het talenonderwijs), samen te werken (veel muziek maak je immers met elkaar) en muziek scherpt het associatievermogen (denk aan De vuurvogel). Maar voor dat alles is wel inventief, creatief en reflectief onderwijs nodig. Van de peuterspeelzaal tot en met de universiteit! 

1. Musicoloog en componist Leo Samama schreef voor verschillende kranten, is auteur van o.a. De zin van muziek (2014) en Het strijkkwartet (2018) en was lang verbonden aan het Residentie Orkest en het Nederlands Kamerkoor. www.leosamama.nl