5 vragen aan… Riemer
Tekst: Sam de Vlieger | Beeld: De Beeldredacteur
Riemer Brandsma is 16 jaar en zit in 4 vwo op het MHV Pantarijn in Wageningen. Hij is al drie jaar betrokken bij de Montessori Model United Nations (MMUN). Vorig jaar was hij voorzitter van het Montessori Europe Adolescent – Open Space in Amsterdam en dit jaaris hij co-organisator van het Montessori Europe Congress in Gdansk.
1. Wat gebeurt er op een Montessori Europe Congres?
‘Het is een driedaags congres in een Europese stad met wisselende thema’s. De ene keer gaat het over duurzaamheid, de andere keer over taal. Schoolleiders en docenten komen samen om te overleggen en beslissen over hoe montessorionderwijs ontwikkeld kan worden. Sinds vorig jaar maken ook leerlingen deel uit van het congres.’
2. Wat is je het meest bijgebleven van de vorige conferentie?
‘De verbinding met mensen die je niet kent. Je kent allemaal de manier van onderwijs en hoe docenten met leerlingen omgaan is ook bekend. Daardoor is er een familie-achtige sfeer met mensen vanuit heel Europa. Dat is wel bijzonder.’
3. Waarom is het belangrijk dat er jongeren bij het congres betrokken zijn?
‘Omdat het ook om jongeren gaat. Docenten en medewerkers op een school verzorgen het onderwijs, maar uiteindelijk doen die het voor de jongeren die het onderwijs volgen. Het is mooi als die groep ook hun visie mag geven. Als je het perspectief van jongeren kan verbinden met dat van docenten krijg je een nog sterker verhaal.’
4. Wie kan en mag er meedoen met het congres in Gdansk?
‘Elke Europese jongere kan meedoen, je hoeft zelfs niet op een montessorischool te zitten. Het onderdeel voor jongeren is ook gratis. Het is wel handig als je mee kan reizen met een schoolleider of docent. Als je je stem wil laten horen en met een grote groep jongeren en docenten wil samenwerken, dan ben je van harte welkom in Gdansk!’
5. Waar ben je benieuwd naar bij het congres in Gdansk?
‘Je weet natuurlijk hoe het onderwijs in Nederland geregeld is. Maar ik denk dat je als leerling veel kan leren over andere landen en hoe het er daar aan toegaat. Er doen bijvoorbeeld ook Oekraïense scholen mee. Ik denk dat de kracht van het congres is dat je leert hoe er buiten de grenzen van Nederland gekeken wordt naar burgerschap en duurzame ontwikkeling in het onderwijs.’
‘Het congres draait om duurzame ontwikkelingsdoelen en burgerschap’