Tekst: Joëlle Meijer. Maart 2021.

 

Jeannette Ridderhof

Nederland kent zo’n 160 door de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV) erkende montessoribasisscholen die net als andere scholen onder toezicht van de Onderwijsinspectie staan. Die Inspectie kijkt naar onderwijsopbrengsten en -kwaliteit, doet geen uitspraken over de manier van werken. De NMV kijkt juist naar de manier van werken en minder naar opbrengsten. ‘In de praktijk wordt dat wel eens als lastig ervaren,’ zegt schooldirecteur Jeannette Ridderhof. 

Twee instanties, twee invalshoeken. Het is niet altijd eenvoudig om én de montessoriprincipes trouw te blijven én de Inspectie tevreden te stellen, vertelt Jeannette Ridderhof, directeur van Montessorischool ‘t Ronde in Leusden. Haar school is in 1976 opgericht door ouders – initiatiefnemers waren René Zittema en Dick van den Engel, de laatste bijna 40 jaar directeur. De school telt nu negen groepen voor basisonderwijs. Negen jaar geleden besloot de schoolleiding dat die negen een aantal is, een menselijke maat: iedereen kent elkaar. 

Het transparante

Jeannette Ridderhof: ‘De school werkt vanaf het begin volgens de pedagogische principes van montessori. Leerkrachten die voor de school willen werken moeten een montessori-diploma of -ervaring hebben. Maar daarbij is de instelling van de leerkracht misschien nog wel belangrijker dan het diploma zelf: praat en voelt iemand montessori? Het gebouw wordt op het moment gerenoveerd en uitgebouwd naar een duurzaam montessori kindcentrum voor 0 tot 13 jarigen. Ook daarin ervaar je de montessorigedachte: het met elkaar zijn, het transparante, het elkaar ontmoeten en samenwerken, uitgedrukt in die ronde vorm van het gebouw. Teamleden zijn altijd betrokken en eigenaar geweest van het onderwijs. We reflecteren en herzien regelmatig het materiaal dat we zelf ontwikkeld hebben. We kijken steeds of het aanbod nog voldoet en of er nog voldoende oefenmateriaal is, voor rekenen bijvoorbeeld. Het is een levend proces; er is nooit iets definitief af.’ 

Als ouders voor de eerste keer kennismaken met de school, vertelt Jeannette Ridderhof hen uitgebreid wat montessorionderwijs inhoudt. Haar doel is om ouders zo goed mogelijk te informeren en erbij te betrekken. Ze adviseert hen heel bewust een keuze te maken op basis van hun eigen opvoedvisie: ’Als ouders vragen of hun kinderen bij deze onderwijsvorm passen, draai ik de vraag om en vraag of zij denken dat montessori wel bij hun kijk op opvoeden past – tijdens open dagen en informatieavonden laten we hen ook materialen zien en geven er uitleg bij. Ook in volgende schooljaren, als de kinderen ouder zijn, blijf ik in gesprek met de ouders. Ik benadruk steeds dat vertrouwen in dit type onderwijs belangrijk is.’

Veranderde verwachting

Begin 2000 veranderde de houding van de overheid ten opzichte van het montessorionderwijs; er werd verwacht dat montessorischolen voortaan aantoonden hoe kerndoelen bereikt werden. Hoe ging ‘t Ronde om met die veranderde verwachting van de Inspectie, vraag ik haar. Jeannette: ‘De Inspectie kwam een kwaliteitsonderzoek doen omdat de school geen eindtoets deed; dat onderzoek was uiteraard gericht op het opsporen van onvolkomenheden. Wij bleven op een montessoriaanse manier werken, maar kregen er verantwoordelijkheden bij die we in ons onderwijs moesten inpassen. Uitgangspunt bleef dat de vrijheid van werkkeuze, het werken in een eigen tempo en op een eigen niveau gewaarborgd bleven; het werken met aangeschafte schoolmethodes werd daar op aangepast en niet andersom. Dus de methodes richten naar de montessoriprincipes en niet onze principes laten varen vanwege te gebruiken methodes.’ 

Veel montessorischolen deden dat laatste juist wel, ze pasten zich sterk aan: veranderden hun manier van werken grondig. Op die scholen wordt nog steeds vooral vanuit de methodes en frontaal les gegeven aan grote groepen, weet Jeannette: ‘Het gaat erom hoe je als school de weg terug vindt naar montessori. Het kost lef en moeite om te staan waar je voor staat. De eerste keer dat de Inspectie bij ons kwam, had ik het idee dat ik me moest verdedigen en alles moest uitleggen. Maar we hadden vertrouwen in de manier waarop we het deden. De laatste keer dat de Inspectie kwam, konden we direct uitleggen hoe we het doen en waarom we het zo doen. Toen hebben we het predicaat ‘goed’ gekregen. Mijn advies is dus: laat je niet tegenhouden door de omgeving. Zorg dat je je visie goed kunt verwoorden, hoe en waarom je het doet in de praktijk en durf het na te leven. Laat je niet gek maken door moderne winden die er buiten waaien.’

Nieuwbouw Montessorischool ‘t Ronde in Leusden
Met montessorimaterialen worden zaken inzichtelijk en tastbaar gemaakt, om niet alleen maar te kunnen begrijpen maar het ‘begrepene’ ook te kunnen beleven of voelen. Er zijn scholen die de materialen slechts als hulpmiddel voor het begrijpen inzetten. Hoe zie jij dat?

‘Je gebruikt materialen om begrip te krijgen en die herinnering in je hersenen in te prenten. Als ouders op bezoek komen, laat ik altijd het gouden materiaal zien, mijn lievelingsmateriaal. Bij mezelf viel wat bijvoorbeeld het tientallenstelsel betreft het kwartje pas toen ik het materiaal in handen kreeg. Voorheen dacht ik dat het een trucje was. De materialen helpen je echt van het concrete naar het abstracte.’

Montessori werkt vanuit het principe dat een kind spontaan kan leren als het op het juiste moment de juiste middelen krijgt aangereikt. Wat kun je nog meer meegeven aan scholen die vast zitten in de routines van het werken met methodes?

‘Methodes zijn makkelijk, ze geven houvast. Ga voor jezelf na waarom je destijds gekozen hebt voor montessori. Je herkent dingen waar je echt achter staat. Soms moet je weer even teruggaan naar dat gevoel. Vaak word je overladen en heb je het idee dat je het niet goed genoeg doet. Belangrijk is dat leerkrachten en schoolleiding pal staan voor het montessoriprincipe. Het helpt als je het teamleden regelmatig hoort zeggen. En ook als de schoolleider en het bestuur er achter staan. 

Wat vind je van de manier van opleiden op Pabo’s, is daar voldoende aandacht voor alternatieve onderwijsvormen als die op reformscholen?

‘Ik maak me wel eens zorgen als het gaat over het opleiden van nieuwe montessorileerkrachten; niet op alle opleidingen worden de uitgangspunten van het montessorionderwijs voldoende benadrukt. Vaak wordt er ook op een verouderde manier onderwijs gegeven. Ik vind het heel erg dat de dagopleiding in Utrecht gestopt is. Nu moet ik aan studenten en stagiaires uitleggen waarom het óók goed is om stage te lopen op montessorischolen. Zie welke kwaliteit die bieden; ze geven juist de vrijheid om met individuele kinderen bezig te zijn. Geïndividualiseerd onderwijs is dé oplossing voor veel problematiek. Wij krijgen ook kinderen binnen die op andere scholen vastliepen in het leerstof jaarklassensysteem. Montessori is een onderwijsvorm waar je dit los kan laten, waar je vertrouwen kan geven in de ontwikkeling van individuele kinderen. Studenten en leerkrachten moeten er enthousiast voor kunnen worden door er mee in aanraking te komen. Dat geeft voldoening en ruimte om passend onderwijs te geven – er is over montessorionderwijs goed nagedacht.’