Tekst: Anne Elzerman. Maart 2021.

 

Elissa

In mijn onderbouwgroep met 3 tot 6 jarigen werd door de kinderen naar hartenlust geschreven en gelezen. Schuurpapieren letters werden gevoeld, kleedjes met woordjes gelegd en de eerste boekjes werden gelezen door mijn vijf jarigen. De omgeving was rijk aan taal. 

Elissa, een stevig meisje van vier jaar kwam iedere dag binnen mét opgestroopte mouwen. Zeepkloppen, dat is wat ze deed. Eerst raspte ze een hard zeepje met een scherpe rasp. Dan haalde ze water met een kannetje, schonk het water in (of deels naast) een grote schaal. Ze voegde de zeepraspsels toe en nam de garde. Ze klopte met ferme slag en maakte schuim. Elke dag opnieuw. Ondanks het opstropen raakten de mouwen van haar shirt doorweekt. Iedere dag opnieuw. 

Ik liet haar. Toch probeerde ik haar op een onbewaakt moment uit te nodigen voor een letterlesje. Ze was hier niet voor in. Ze liep naar de gang om een droog shirt aan te trekken om vervolgens haar geliefde werk weer op te pakken: zeepkloppen. 

Op een dag zat ik geknield bij een kleedje van een ander kind. Het waren ‘haal-woorden’ (jas, pot, bel, tas, juf). Elissa stond met druipende zeperige armen achter me en las kordaat, luid en met kracht: ‘P-O-T, POT’ zei ze. Ze ging door. Ze las alle kaartjes, stuk voor stuk. Ze kon lezen.

Niet één letter heb ik haar aangeboden. Niet één lesje gegeven. Elissa had leren lezen door te kijken. Te kijken naar alle lesjes die de kinderen om haar heen kregen. Door te observeren van een afstand heeft ze de letters in zich opgenomen, geabsorbeerd als een spons. 

Na het lezen van alle kaartjes op het kleedje liep ze weg. Een handdoek zoeken voor haar nog druipende armen. 

Ieder kind is uniek. Laten we blijven kijken naar kinderen. Laten we geduld hebben. Laten we niet te veel sturen, een inspirerende omgeving bieden. Laten we vertrouwen hebben. Vertrouwen in het kind. 

Is directe instructie uit den boze? Het hangt er misschien vanaf wat je onder directe instructie verstaat. Maar is directe instructie nodig? Niet voor Elissa. 

Vanaf de dag dat Elissa begon met lezen veranderde er iets in haar. Ze las alles wat los en vast zat. Begon woordjes te leggen en meer en meer te lezen. Als een speer ontwikkelde ze zich. De gevoelige periode voor taal was overduidelijk. 

Om te vragen of ik deze herinnering hier mocht plaatsen zocht ik weer contact met Elissa. Ze vertelde me: ‘Ik ben de liefde voor taal nooit verloren en schrijf nu aan één stuk door gedichten, verhalen en ik probeer boeken vol. Ik lees als een gek, niet alleen boeken met verhalen maar ook filosofie en gedichten.’

De vaste columnisten Nel de Groot en Rogier van Dijk zijn gestopt – veel dank voor jullie bijdragen. Voortaan gaan we verder met wisselende columnisten.