Tekst: Sara de Waal | Beeld: iStock

‘Vaak sta ik ervan versteld hoe sterk kinderen de montessorivisie omarmen,’ vertelt Irma Pieper, directeur van Montessori kindcentrum de Plotter in Zutphen. ‘Ik zie hoe grenzen tussen leeftijden vervagen, kinderen hun eigen projecten opzetten en onderzoeken hoe ze zo veel mogelijk zelf kunnen doen.’

Continuïteit

Naast directeur van de Plotter is Irma, sinds de laatste alv, voorzitter van Netwerk 0-12 jaar van de Nederlandse Montessori Vereniging. ‘Het fijne van een montessori kindcentrum is dat je kinderen continuïteit kan bieden. Voor kinderen van 0 tot 12 jaar organi­seren we alles vanuit dezelfde visie. Bijvoorbeeld de voorbereidende omgeving, de doorgaande leerlijn, de organisatiestructuur en de communicatie. Voor ieder kind organiseren wij een rijke dag-invulling; van zeven uur ’s ochtends tot half zeven ’s avonds, vijf dagen per week, 52 weken per jaar.’ 

‘Geweldig hoe grenzen vervagen en kinderen onderling matchen’

Gaandeweg ontdekken

Op de Plotter is per leeftijdscate­gorie een passend aanbod. ‘Bij baby’s en dreumesen gebruiken we vooral materialen die niet alleen geïnspireerd zijn op de visie van Maria Montessori maar ook die van Emmi Pikler. Ik vind de eenvoud van die visies zo mooi. Montessori zei: “Het moet eerst door de handen, dan naar het hoofd”. Dat komt terug in het materiaal: de voor­werpen zijn eenvoudig, het gaat om de stem der dingen. Bijvoorbeeld doekjes en ringen van verschillende materialen. Ik zie dat kinderen hierdoor gestimuleerd worden en zelf gaan ontdekken wat ze ermee kunnen.’ 

Van peuter naar kleuter 

Vanaf 2,5 jaar maken peuters in hun eigen tempo de overgang naar de basisschool. Irma lacht: ‘Schijnbaar is de overgang zelfs zo vanzelfsprekend en geleidelijk dat ouders tegenwoordig soms vergeten om hun kinderen op te geven voor het schoolgedeelte! Daaruit blijkt dat de doorgaande lijn echt geslaagd is en opvang en school al als een en hetzelfde voelen. Daar geniet ik van! Bij de peuters werken we al met eenvoudige montessori-materialen, zoals de roze toren, de bruine trap, en de belangstellingstafel. Ook werken we met dezelfde thema’s zoals in de onderbouw. Ik merk dat peuters heel makkelijk meedraaien in kleuterklassen, bijvoorbeeld bij muziekles. Je ziet dat het ze niet uitmaakt dat ze in de groep tussen kinderen zitten die al groter zijn. Dat vind ik geweldig, hoe die grenzen vervagen en kinderen onderling matchen.’ 

Van elkaar leren 

In de montessoriopvang en het montessorionderwijs is het belangrijk dat kinderen de ruimte krijgen om zelf te ontdekken. ‘Daarom staan op ons kindcentrum de deuren open en mag je altijd in een andere klas werken,’ vertelt Irma. ‘Ook houden we met de leeftijden 4-13 jaar tegelijk pauze. Dit zorgt ervoor dat kinderen van verschillende leeftijden een band krijgen, veel mensen kennen en dus een breder netwerk hebben! Kinderen zoeken die breedte echt uit zichzelf op. Zo kiezen kinderen ervoor om voor te lezen bij de peuters op de opvang, of om wat zij in een ICT-workshop hebben geleerd, weer over te brengen op jongere kinderen. Ook vind ik het hartverwarmend om te zien hoe een oudere, stoere jongen een peuter overtuigt om zijn korstjes op te eten. “Dat is nodig als je later zo sterk wil zijn dat je een vliegtuig kunt duwen,” legt hij dan uit. En hup, daar gaat het korstje de mond in. Zo leren ze van elkaar!’ 

Zelfstandigheid 

‘Omdat ik al zo lang directeur ben van een montessorikindcentrum is het gedachtegoed voor mij vanzelfsprekend, maar toch word ik nog vaak genoeg verrast door hoe goed kinderen zelf de visie internaliseren! Een treffend voorbeeld was een meisje van zeven jaar dat aan de slag ging met de  onderzoeksvraag: houdt een vos een winterslaap? Toen ik dat meisje na afloop vroeg: “Wat heb je nu geleerd?” verwachtte ik dat ze over de vos zou vertellen. Maar ze antwoordde: “Ik heb geleerd om iemand te bellen die ik nog niet ken!” Want wat bleek: omdat ze het antwoord niet kon vinden had ze zelf het onderzoekscentrum van de Veluwe gebeld om erachter te komen. Dát was haar leerpunt geweest! Ik voelde mezelf toen een beetje dom dat ik daar zelf niet aan dacht, want persoonsvorming en socialisatie zijn juist zulke belangrijke leer- en ontwikkel­doelen voor ons.’ 

‘Kinderen worden gestimuleerd en gaan zelf ontdekken’

Eigenaarschap

Een ander voorbeeld is dat de kinderraad bijeen kwam en vertelde dat de wc’s stonken. ‘Ik vroeg wat zij wilden dat ik daaraan deed. Toen keken ze me oprecht verbaasd aan: “Jij? Jij gaat toch niet naar die wc’s?” Toen hebben ze zelf afgesproken dat ze in de klassen terug zouden koppelen dat iedereen de wc’s netter moest houden. Ik roep de hele tijd dat we kinderen het eigenaarschap moeten geven, en wat doe ik? Ik trek het toch naar mezelf toe. Dat is helemaal niet nodig, ze pakken het zelf op!’