‘Blokken zijn niet automatisch voor de onderbouw’
Tekst: Paul Op Heij
Els Mattijssen stond jaren voor montessoriklassen en ontwikkelt en verzorgt montessoricursussen en -opleidingen. In Nederland, in diverse Europese landen, het Midden – Oosten, Aruba tot in China en Vietnam aan toe. En ze is erelid van de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV). ‘De herkomst van Montessori’s denken is belangrijk om haar erfgoed goed te kunnen inzetten, onderhouden en verder te ontwikkelen.’
Toen ze begin jaren zestig klaar was met haar montessori opleiding Kleuterleidster in Rotterdam, mocht ze daar direct aan de slag als leidster in de ‘opleidings-kleuter-observatiegroep’. Aansluitend werkte ze enkele jaren op montessorischolen in Den Bosch en Breda1 en startte aan de opleiding in Tilburg als montessori-docent. En al snel daarna als pedagogiek/montessori docent aan de opleiding kleuterleidster Sint Lucia in Rotterdam. Die opleiding integreerde later met de Pedagogische Academie voor onderwijzers onder de naam Pabo Thomas More, nu Thomas More Hogeschool. Daar wordt nog steeds montessorinascholing aangeboden.
Ze behaalde in Tilburg de Akten MO-A en B en ging daarna pedagogiek met als hoofdvak onderwijskunde studeren aan de Universiteit Utrecht. En samen met haar huidige man, Ward van de Vijver, verzorgde ze nascholingscursussen op de Thomas More Hogeschool2, vertelt ze. ‘We wilden allebei onze wetenschappelijke ervaringen met de pedagogiek delen met de onderwijspraktijk, Ward in het regulier, ik in het montessorionderwijs. Een van de belangrijkste dingen die ik op de opleiding onderwees was hoe, na gericht observeren van kinderen, op een wetenschappelijk verantwoorde manier, een interventie te kiezen. Daarvoor hebben we ons vooral bezig gehouden met Formatief evalueren en handelen vanuit drie taxonomieën: één voor cognitieve, één voor affectieve en één voor psychomotorische ontwikkeling. In totaal heb ik een drietal montessori volgsystemen uitgewerkt. Aan het laatste LVS: “Cfolio” heeft de NMV ondersteund, bij de implementatie in scholen. Het is ook geaccepteerd door Stichting Leerplan Ontwikkeling, om te vermelden op hun website.’
Verhouding regulier-montessori
Els Mattijssen werd voorjaar 1944 geboren, in Breda, tijdens de Tweede Wereldoorlog dus. Via haar moeders oorlogservaringen had ze ‘een soort van oudere zus, geen bloedverwantschap, maar toch’: 9 jaren ouder. Die ‘zus’ volgde kort na de oorlog een montessori-opleiding in Nijmegen en ging aansluitend op een reguliere openbare lagere school met een montessori-klas in Breda werken. Terwijl Els zelf op haar 17e op de opleiding voor kleuterleidster in Rotterdam zat, mocht ze daar in Breda regelmatig meehelpen en er voor Zwarte Piet spelen. Ook vanwege haar eigen mindere schoolervaringen, ze had op een strenge nonnenschool gezeten, vond ze het in die montessoriklas veel fijner, zegt ze. ‘Ik vond het zo geweldig hoe leraren daar de klassen manageden en hoe ze met kinderen omgingen. Ik zag het ook in de klas met jongere kinderen van mijn “zus”. Die sfeer van “je doet ertoe, respect voor elkaar en goed samenwerken”, dat was een openbaring voor mij. Dat wilde ik ook! Het paste veel beter bij mij en ik wist al snel dat dat hetgeen was wat ik wilde in mijn leven. Ik heb nog steeds contact met kinderen die ik later zelf in de klas heb gehad.’
Vanaf eind jaren zestig heeft ze ruim 40 jaar op Hogescholen montessoriopleidingen en algemene trainingen verzorgd, voor schoolleiders, intern schoolbegeleiders en remedial teaching. En het is ook niet eenvoudig gebleken het formatief werken aan leraren over te dragen, zegt ze: ‘“Only a wet baby likes a change”. En natuurlijk waren eerdere onderzoekservaringen ook wel eens tijdgebonden, want wetenschap is voortschrijdend inzicht. Maar voor Ward en mij is het altijd boeiend geweest om de verhoudingen tussen regulier- en montessori te zien, we hadden er ook hevige discussies over, bijvoorbeeld of montessori aanbiedingslesjes ook “gewoon” directe instructie zijn. Maar het was altijd wel heel erg leerzaam. Zo leerde ik ook verder dan montessori kijken en niet automatisch te denken “als het bij montessori staat dan is het goed.”’
Verhouding tot wiskunde
Veel leren in montessorionderwijs is een vorm van ‘informeel’ leren, zegt ze. ‘Leraren zouden zich ons inziens ervan bewust moeten zijn dat deze vorm van leren niet voldoende is om tot echt begrip te komen. Je kunt wel onderdelen van de kennis hebben en die terugzien in de praktijk, maar je hebt overzicht over theorieën nodig om te kunnen bepalen welke keuzes je moet maken voor de begeleiding van kinderen. Zo gaat het werken met de roze toren nu meestal over het “bouwen” en noemt men het “zintuiglijk materiaal”, maar het doel is uitsluitend “leren ordenen” en wel op verschillende niveaus, tot en met het berekenen van de inhoud.’
Maar professionele kwetsbaarheid in het montessorionderwijs heeft ook iets te maken met de moeilijke verhouding die veel leraren hebben met wiskunde, zegt ze. ‘Maria Montessori’s ideeën komen voort uit de Euclidische wiskunde; ze deed veel met geometrie en algebra en schreef ook over het vak rekenen als Psicoaritmetica3. Het materiaal dat ze daarbij ontwikkelde, wordt in de praktijk nog te vaak letterlijk “als van-zelf-sprekend” gebruikt. Ik bedoel maar: blokken zijn niet automatisch voor de onderbouw. Die wiskundige ideeën waar montessori op gebaseerd is, zowel voor taal, rekenen als voor andere zaken, worden te weinig gebruikt. Ook internationaal is men meestal niet genoeg geïnformeerd over haar literatuur. Daardoor gaat het in de praktijk te veel over voor- en nadoen en afstrepen en te weinig over de vraag wat er nou in het koppie van dat kind gebeurt.’
Els Mattijsen is vanaf 1998 ook GZ-psycholoog, ze volgde een postmaster in Leiden, is dus geenszins alleen met uiterlijkheden in onderwijs bezig; ze beheerst ook de taal voor wat er (neuro-) psychologisch allemaal omgaat. Ze had ook een eigen diagnostiekpraktijk, maar wil nu toch vooral collega’s zichtbaar maken wat de hedendaagse theorieën zijn en hoe die het beste toe te passen in montessorionderwijs. En vanuit het werk als psycholoog was ook de stap naar het uitwerken van de taxonomieën in een wetenschappelijk gebaseerd volgsysteem, ‘ten behoeve van het gericht observeren’, een logische stap, zeg ze.
Vivid Onderwijs
In 2010 is ze samen gaan werken met haar studiemaatje Ward van de Vijver in het zzp-initiatief Vivid Onderwijs.4 Ze ontwikkelen en verzorgen (montessori-) cursussen en trainingen in binnen- en buitenland. Niet een Niet-Gouvernementele Organisatie (NGO) in de betekenis van een medefinancieringsorganisatie van de overheid, maar een non-profitorganisatie, zonder winstoogmerk dus: dienstverlening en trainingen op basis van onkostenvergoedingen, in het buitenland reis- en simpele verblijfskosten. En van 2015 tot 2022 combineerde ze dat ook nog met haar bestuurspost in de NMV – ‘tegenwoordig als erelid.’ Ze is vanaf het begin, ‘zo’n dikke 60 jaar’, lid van de NMV, zegt ze met trots in haar blik.
‘Ik vond het zo geweldig hoe leraren daar de klassen manageden en hoe ze met kinderen omgingen.’

Vivid Onderwijs is een zelfstandig bedrijf voor onderwijs en ontwikkeling. Was het maar zo dat ze onder ontwikkelingssamenwerking vielen, zegt ze, dan zou alles makkelijker zijn. ‘Zoals laatst in Beiroet, Libanon, waar een van de twee scholen waar wij nauw mee samenwerken, door het Israëlische leger is platgebombardeerd. En dus alles wat we er in Nabatiye aan montessori hadden opgebouwd in één klap weggevaagd. We hebben zowel daar als ook in andere landen wel eens geprobeerd om via Nederlandse ambassades contact te krijgen, maar dat is slechts spaarzaam gelukt. Wel overleg, geen verdere contacten. We gaan dus meestal in op directe vragen over informatie en trainingen, elders in de wereld. Soms ook indirect hoor. Zo ontstonden onze contacten in Libanon doordat die mensen op een onderwijsbeurs Chris Willemsen van Nienhuis Montessori tegen het lijf gelopen waren en die hen doorgespeeld had naar NMV en Vivid. En zo hebben we daar ook de Libanese Montessori Vereniging opgericht, gerund door lokale mensen, een beetje ondersteund door ons. Ondanks de oorlog heeft die LMA zich weten te handhaven: “LMA the premier advocate for quality Montessori Education in Lebanon”, we zijn er best trots op!’
Zo is Vivid Onderwijs ook in Lviv, in het westen van Oekraïne, een aantal jaren betrokken geweest bij het Dzherelo Center, voor kinderen en jongeren met een handicap, gefinancierd door Stichting Laurent Nouwen uit Rotterdam. Els: ‘Daar hebben we ook, gedeeltelijk samen met andere collega’s, montessori gebracht, net als in Kiev, allang voor de oorlog. Toen zaten deelnemers uit Petersburg en Kiev nog gebroederlijk naast elkaar. De meeste contacten van Vivid, zowel in als buiten Nederland, in en buiten Europa, verlopen via de netwerken die Ward en ik in de loop der jaren hebben opgebouwd. Dus ook niet altijd via scholen. En sommige cursussen verzorgen we samen met collega’s van vroegere scholen of opleidingen, wij twee ook afzonderlijk van elkaar dus. Ik heb zoveel mensen van montessorischolen in de opleiding gehad… potentiële klanten weten ons wel te vinden. En we zijn als Vivid al lang lid van Montessori Europe, ook daar komen we allerlei mensen tegen. Zo hebben we nu weer contact via de cursus in Libanon met iemand die in Damascus in Syrië woont. Ik kreeg een mail, over wanneer we naar Syrië komen, “want nu kan het.”’
‘Die wiskundige ideeën waar montessori op gebaseerd is, worden te weinig gebruikt.’
Montessorituintje Aruba
En er zijn contacten en relaties met scholen in Europese landen, in Azië en het Caraïbisch gebied, zegt ze. ‘Ja Aruba is ook apart, daar loop je allicht tegen de politiek aan. We hebben er wel drie of vier ministers meegemaakt; bij de een kon alles en bij de ander, een week later, kon niets meer. Ik kan me ook nog een opmerking van iemand daar herinneren, “dat hij nog nooit een Nederlander had meegemaakt die daar kwam werken voor alleen reis-en verblijfkosten.” En wat daar, net als in landen als Vietnam, China en Taiwan vooral opvalt is dat er in klassen zoveel lawaai is. Helemaal niet dat idee dus dat veel mensen hebben dat in dergelijke landen de kinderen mooi in het gelid lopen. We hebben nogal eens meegemaakt dat kinderen zeer luid door elkaar roepen en een juf die gilt om er bovenuit te komen. Dat is vaak het eerste waar wij aan gaan werken op zulke scholen, anders kun je natuurlijk niets voor de zelfstandigheid van kinderen bereiken. Het is dus beginnen met de leraren, om rust te creëren. Meestal lukt dat wel in de klassen, voor de speelplaatsen geldt dit minder. We hebben op Aruba bij Colegio Hilario Angela in een armere wijk de montessorituintjes geïntroduceerd. Groot feest natuurlijk, toen de eerste tomaatjes tevoorschijn kwamen. Ook op Cyprus, de school in een prachtig groot huis met tuin en zwembad; heerlijk hoe je kinderen van rust ziet genieten en het onderwijs komt dan daarna. Dat is zo mooi, of het nou Parkschool Pristina in Kosovo is of een klas van Tiny Flower Montessorischool in Beijing, als het je lukt die montessorisfeer te creëren, dan lukken inhoudelijker veranderingen in het onderwijs ook wel. Dat is blijkbaar universeel: als er orde ontstaat, verandert de verhouding leraren-leerlingen, ontstaat er ruimte voor respect. Met een meer wetenschappelijk bepaalde pedagogisch aanpak, kan het gedrag van mensen dus best ingrijpend beïnvloed worden.’

Zij en Ward van de Vijver, afkomstig uit Zeeuws-Vlaanderen, waren dan wel studiemaatjes en partners in crime daar waar het onderwijstrainingen betrof en betreft, maar ze zijn pas twaalf jaar met elkáár getrouwd. Ze waren eerder allebei getrouwd met een ander, Ward vier kinderen, zij drie, samen zeven, hij weduwnaar, zij weduwe, en inmiddels samen twaalf kleinkinderen. Het doet denken aan Liefde in tijden van cholera, van schrijver Gabriel Garcia Márquez. ‘Jazeker, we zijn een oud jong koppel, heel romantisch’, lacht Els stoutmoedig, zij 81 jaar, haar Ward 82, waarop ook Ward om de hoek van het beeldscherm komt, om even te groeten, want we zitten digitaal bijeen, verbinding Vleuten en Nijmegen. Els: ‘We hebben veel van elkaar kunnen leren, want dat is toch de waarde van verschillen, tussen al die onderwijsvormen, en internationaal, dat het meer creativiteit en diversiteit oplevert. Jammer dat dat veel mensen vaak zoveel moeite kost.’
American Montessori Society
Dat geldt ook binnen de verschillende vormen van reformonderwijs, meent ze. ‘De AMS5 in de Verenigde Staten is de grootste montessorionderwijsvereniging ter wereld. Ik heb er momenteel geregeld contact mee, samen met Chris Willemsen. Ze observeren alleen nog op een fenomenologische, beschrijvende wijze, zonder dit te expliciteren. Ze zijn positief verrast als je met iets nieuws komt. Er zijn verschillen in opvattingen over bepaalde accenten in curricula, hier in Nederland en internationaal. En je hebt te maken met verschillende verenigingen en organisaties. In Nederland heb je naast de NMV de AMI6 en IMI met eigen opleidingen en zijn er verschillende zzp-instellingen met montessori-opleidingen en cursussen. Natuurlijk zijn ze in zekere zin concurrenten, maar het is vooral belangrijk dat we goed uitzoeken en vaststellen wat er beslist wel en niet montessori is anno 2025. En hoe dat goed te onderbouwen met argumenten, hoe het zich verhoudt tot laatste wetenschappelijke uitkomsten. We hebben in Nederland twee Lectoraten7 waar onderzoek gedaan wordt; dat moet helpen om evidence based beslissingen te kunnen nemen. In de Verenigde Staten is montessori vooral particulier onderwijs. En heeft een statusverhogend imago. De prijs die men als ouders kan betalen is ook een middel om aan de omgeving te kunnen laten zien hoe rijk men is.’
‘Ik heb ook van montessori geleerd voor mezelf, voor hoe ik met mijn kinderen en kleinkinderen om wil gaan en met Ward.’
Maar als Vivid Onderwijs het een en ander aan kennis en kunde naar het buitenland brengt, wordt daar dan ook iets geleerd? Dat is een vraag die niet zo eenvoudig te beantwoorden is, zegt ze. ‘In andere landen leren wij vooral hoe men weet om te gaan met alles wat er niet is toegestaan. Zo hebben wij ook cursussen in Rusland gegeven, vaak niet erg succesvol, omdat er weinig mocht. Er zat te veel druk op, al was voor een buitenstaander niet zichtbaar van waar het kwam. En er bestaan ook veel vooroordelen natuurlijk, zoals dat montessori vooral een internationaal begrip voor goed kleuteronderwijs zou zijn. We “contacten” uiteraard ook vaak via een tolk, wat lastiger is. Soms hoor je in hun taal het woord montessori gebruiken, terwijl ik dat op dat moment helemaal niet had gebruikt. We proberen altijd vooral de leraren meer naar de individuele ontwikkeling van kinderen te laten kijken, zeker in China. Niet alles klassikaal en in koor aanbieden, maar in groepjes en individueel. Toen we later videobeelden nagestuurd kregen hoe het in de praktijk uitpakte, zagen we een individueel gefilmd kind, druk in de weer, handig wat er allemaal gemaakt werd, maar eenmaal het beeld uitgezoomd: een hele lange rij kinderen, allemaal met hetzelfde bezig op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Hetzelfde in Vietnam, waar het in kleine groepjes zelfstandig werken amper lukte. Met zijn tweeën werken lukte al iets beter, zulke voor ons basale zaken. Dat massale, allemaal hetzelfde doen is vaak het grootste probleem. Het is echt genieten als het je lukt dat te doorbreken, als het kinderen op een andere manier lukt ergens in op te gaan.’

Opgewaardeerde fenomenologie
Al die ervaringen in het buitenland hebben ook gemaakt, vertelt ze, dat ze in Nederland met name montessorionderwijs beschouwelijker is gaan volgen. En daarvoor wil ze ook Ward wel de credit geven, want hij is beter historisch aangelegd dan zijzelf, zegt ze. ‘Toen ik in de jaren 60 begon bij montessori was het allemaal ontiegelijk elitair. In Rotterdam zaten de volkskinderen beneden in de school, montessorikinderen bovenin. In Breda was het al anders: de hoofdleidster had de kindertjes van doctoren en apothekers, ik uit een middenstandsmilieu kreeg die kinderen en een non uit het klooster in Etten de Fröbelklas8 met de arbeiderskinderen. Dat kan nooit de bedoeling van Maria Montessori zijn geweest, dacht ik en werd daarin bevestigd via alles wat ik erover las. In de jaren 60 lag ook nog alle nadruk op de materialen, de Heilige Gaal voor alles, daar zijn ook die materiaalboeken uit voortgekomen. In de jaren 70 verschoof de aandacht naar de lesjes, ook weer eenzijdig. Toen ben ik aan die volgsystemen gaan schrijven, over hoe je rondes loopt in een lokaal, hoe je aandacht geeft aan alle kinderen en welke interventies je doet. En toen kwam ook Joost Klep in beeld, goed met wiskunde en rekenen, met wie ik aan de didactiek van montessorirekenonderwijs gewerkt heb. En de afgelopen jaren zijn we vooral bezig de taxonomieën te koppelen aan de didactiek, wetenschappelijk onderbouwd en de interventies preciezer uitgevoerd. Meer “in de periferie van het kind” blijven, zoals Maria Montessori het noemde. Ik heb er ook van geleerd voor mezelf, voor hoe ik met mijn kinderen en kleinkinderen om wil gaan en met Ward (om de hoek diens gelach/POH). Ik denk dat respect het kernwoord is, ook tegenover de telefoniste van de KPN en ook in het buitenland, zoals mensen daar zijn.’
Els Mattijssen: ‘Ik ben door al die ervaringen ook beter gaan beseffen dat veel ideeën van Maria Montessori ook weer ergens vandaan komen, onder anderen van Itard en Sequin in de beginperiode en later van Nederlanders als bioloog Hugo de Vries en Kees Boeke in Bilthoven. Zij bouwde dus ook voort op eerder gedachtengoed. Mogelijk wilde ze ook daarom dat haar personeel wetenschappelijk geschoold was? En zo is de observatie bij montessori ook gestoeld in de fenomenologie en was het nog niet het gerichte en bedoelde observeren van tegenwoordig. De herkomst van haar denken, die traditie kennen, denk ook aan Comenius, is belangrijk om haar erfgoed goed te kunnen inzetten, onderhouden en ontwikkelen. Anders gaat dat erfgoed fossiliseren. We zijn mogelijk nog te beperkt bezig met de didactiek en het handelen met materialen en wat we er mee moeten en kunnen in het heden, met of we wel of niet “moeten” toetsen en hoe dan, zonder de achtergronden echt te willen doorgronden en begrijpen. Zo raken we mijns inziens opgesloten in het heden, alleen maar op het directe nut gericht en het doen. De NMV als vereniging zou samen met de opleiders en de Lectoraten de onderkant van de steen meer moeten willen zien. Als de tradities in ons denken uit beeld raken, verzwakken we niet alleen de traditie maar ook ons huidige denken.’
Bronnen:
1. Rotterdam: St.-Lucia Kleuterschool, Aert van Nesstraat; Den Bosch: RK Kleuterschool St. Jozef, Ruusbroecstraat; Breda: R.K. Kleuterschool De Blauwe Kei, Noutenhof. Al deze schooltjes waar ze werkte zijn opgeheven en opgegaan in basisscholen.
2. Bij haar afscheid van de Thomas More Hogeschool hield de door haar bewonderde bio-psychologe Martine Delfos op haar verzoek een lezing: ‘Ik weet niet of zij het zich nog kan herinneren, maar ik had toen nog de naam Els Westra, van mijn eerdere man.’
3. Psychoarithmetic; volume 20 van The Montessori Series; Montessori Pierson Publishing Company
4. https://vividonderwijs.com/
5. Naast Montessori Life, het gedrukte tijdschrift van de American Montessori Society en de Montessori Life-blog, publiceerde AMS in 2024 ook het boek Montessori in Contemporary Culture.
6. Association Montessori Internationale (AMI) is een in Amsterdam gevestigde mondiale niet-gouvernementele organisatie die zich inzet voor montessorionderwijs.
7. Lectoraat Vernieuwend Onderwijs bij de Saxion Hogeschool in Deventer en Lectoraat Vernieuwingsonderwijs bij de Hogeschool Thomas More in Rotterdam.
8. Friedrich Fröbel (1782-1852) was een Duits opvoedkundige/pedagoog, in 1837 oprichter van de eerste in Bad Blankenburg in de Duitse deelstaat Thüringen. Het werkwoord fröbelen betekent vrijblijvend creatief bezig zijn.