Vrijmoedig spreken en openhartig luisteren
Tekst: Sandra Veenstra
Antropoloog Jitske Kramer vindt dat bij een brede visie op de wereld, op onderwijs en kindontwikkeling de menswetenschap antropologie niet mag ontbreken. ‘Antropologie gaat niet over het individu en de individuele ontwikkeling, maar juist over de kwaliteit van de interacties.’
‘Als we onderwijs echt beschouwen als de ontwikkeling van latente mogelijkheden, moeten we, in plaats van het woord onderwijs, een ander woord gebruiken: cultivatie,’ stelt Maria Montessori in Citizen of the World. ‘De opvoeder moet de in het kind aanwezige mogelijkheden cultiveren, zodat deze zich kan ontwikkelen en ontplooien. Het is essentieel om de gevoelige periodes in het leven van de mens te benutten, wil de mensheid zich daadwerkelijk verbeteren.’1 Wat is daarvoor nodig? Antropoloog Jitske Kramer heeft er een antwoord op, want bij een brede visie op de wereld, op kindontwikkeling en op onderwijs, mag ook de menswetenschap antropologie niet ontbreken. Antropologie gaat niet over het individu en de individuele ontwikkeling, maar juist over de kwaliteit van de interacties.
Zeker in een tijd waarin school en kinderopvang moeten worden gezien als democratische oefenplaats, met maatschappelijk relevante thema’s als inclusie, burgerschap en kansengelijkheid, is de vraag: hoe cultiveren we de handelingsperspectieven van kinderen als wereldburger, nu en in de toekomst? ‘We hebben allemaal dezelfde mensenwensen, en tegelijkertijd zijn we allemaal anders’, zegt Kramer. ‘En hoe gaan we met die andersheid om?’

Kramer (1973) is opgegroeid in een echt onderwijsgezin in Utrecht. Haar moeder was ‘hardcore kleuterjuf’ en haar vader HBO-docent. Kramer ging zelf naar het daltononderwijs, dus de reformpedagogiek is haar niet vreemd. Al jong ontwikkelde zij een diepgaande nieuwsgierigheid naar hoe mensen dingen doen, en wat hun drijfveren zijn. ‘Waarom treden we mensen die dingen anders doen dan wij niet als vanzelf open en nieuwsgierig tegemoet? Wat maakt dat we mensen met andere overtuigingen juist bestrijden in plaats van hun drijfveren te verkennen en daarover te leren? En hoe kunnen we dat anders doen?’
Betekenis
Jitske Kramer: ‘Niets heeft betekenis van zichzelf, dus die betekenis geven wij, mensen. Je hebt universele vragen. Die heeft iedereen, waar ook ter wereld. Daarnaast heb je unieke antwoorden, en het geheel aan antwoorden noemen wij dan de cultuur. Mensen vormen culturen en culturen vormen mensen. Altijd. Overal. Hoe we dat doen, dat onderzoeken antropologen. De antropoloog is de vertaler van sociale systemen.’
‘Als we hier toch samen zijn, kunnen we het net zo goed een beetje leuk maken, een beetje fijn met elkaar. Toen mijn kinderen een jaar of vijf waren, was het tandenpoetsen en naar bed gaan altijd oorlog. Dat moest anders kunnen. Mensen vormen culturen en culturen vormen mensen… Kinderen zijn ook mensen. Ik raakte geïnspireerd door Deep Democracy2, en de Lewis-methode3.’
Deep Democracy is een manier van denken en komt van Arnold Mindell, natuurkundige en psychotherapeut in de Jungiaanse school.4 Het verwijst ernaar dat de wereld diep democratisch is, omdat alles is, zonder betekenis van zichzelf. Afhankelijk van de context en de interpretatie krijgt het inhoud. Mindell combineerde zijn werkvelden en richtte zich op conflictresolutie.5 Myrna Lewis, sociaal wetenschapper en psycholoog, werd opgeleid door Mindell, en ontwikkelde de Lewis-methode in post-Apartheid Zuid-Afrika, om inclusief leiderschap praktisch vorm te kunnen geven en snel over te kunnen brengen op teamleiders.
‘Als de methode in die context werkt, is het ook het proberen waard in ons gezin. Dus we gingen als gezin om de tafel en begonnen met een serieuze check in6, in de taal die ook de kinderen spreken, passend bij hun ontwikkeling. De check in is essentieel om daarna het oprechte gesprek te voeren: hoe zou je ’t willen? Om vrijmoedig te spreken en openhartig naar elkaar te luisteren. Om van mening te kunnen veranderen en samen verder te komen.’
Tribes
Jitske Kramer bestudeerde als antropologe vele tribes7, in binnen- en buitenland. ‘Of het nu organisaties betreft of privérelaties, op school of in de politiek, vaak verzanden gesprekken, vergaderingen en andere gedachtewisselingen in het ordenen en herordenen van wat we al weten. Hiermee blijft de status quo intact, er is geen verandering mogelijk, groei en ontwikkeling stagneren. Dat lijkt oppervlakkig gezien misschien comfortabel en stabiel, maar innovatie is hierin onmogelijk en tegengestelde meningen verdwijnen onder water. Niet gehoorde stemmen vinden allicht een weg in de onderstroom, met als resultaat gedoe: van geroddel en cynisme tot een ziekmakende cultuur. En het potentieel blijft onbenut. Een tribe is zo sterk als de onderlinge relaties sterk zijn.’
Zo gingen ze dus als gezinsleden met elkaar in gesprek en ‘álle invalshoeken werden op tafel gelegd’, vervolgt Kramer. ‘Oké, als we dat voelen en dat willen, wat is daar dan voor nodig? De kinderen kwamen met voorstellen. En wat betekent dat dan? Voor jou, voor mij, voor ons? Wie herkent dat? En wie kijkt er anders naar, of wat wordt niet gezegd? En zo kwamen we uiteindelijk gezamenlijk tot een andere inrichting van de avond. In harmonie. Want harmonie is niet het ontbreken van conflicterende meningen, maar het goed omgaan met debat, het goed oplossen van verschillen.’

Bakfout
Het is een menselijke eigenschap om comfort te zoeken, privileges te willen behouden en het debat uit de weg te gaan of op macht te beslechten. Kramer noemt dat een bakfout in de mens. ‘Niemand heeft het monopolie op de waarheid. We willen dat mensen zich conformeren aan de waarheid van de meerderheid. Ook Harry, zoals ik de andersdenkende vogel noem, de dwarsdenker. We vragen niet: hé Harry, hoe zie jij dat nou? Heel anders dan ik, wat leuk! Nee, we zuchten, draaien met onze ogen. Zo missen we de wijsheid van Harry.’
‘We willen dat mensen normaal doen, maar wie bepaalt wat normaal is? We zeggen: wees jezelf, jij bent uniek en mag er zijn, maar we zeggen ook: pas je aan. Dat lijkt tegenstrijdig. Om te kunnen groeien moeten we dus leren om te gaan met wie bepaalt wat normaal is,’ meent Kramer. ‘En dat dat fluïde kan zijn. Misschien wel fluïde moet zijn, want onze creativiteit zit nu juist in het openhartig luisteren naar mensen die het anders doen. Daar zit onze veranderkracht. Dat we met elkaar, inclusief, kunnen bepalen: en wat is dan de betekenis op dit moment voor ons?’
Deep Democracy
Om te kunnen samenleven, samenwerken en samen leren is normering nodig. En waar zit daarbij de ruimte en waar de begrenzing? Ideologieën kunnen bijvoorbeeld de begrenzing vormen, maar ook cultuur of de rollen binnen tribe, klas, groep of team. Hoe ga jij als leider om met je macht? Wie mag er meedoen? Wie mag er meepraten? En wie mag er meebeslissen?
Kramer: ‘Daar moet je het van tevoren goed over hebben met elkaar, ook in de klas. Die rollen moet je definiëren, en de kaders en verwachtingen moeten dan ook voor iedere deelnemer helder zijn. En dan met elkaar actief op zoek naar de afwijkende mening, het andere geluid expliciet uitnodigen en er met elkaar voor zorgen dat er ruimte is voor alle stemmen. Dat geeft een gemeenschappelijk verhaal, en dan geef je gezamenlijk betekenis.’