Tekst: Sam de Vlieger

Alma Hoffmann (18) en Jeska van Keulen (17) gingen voor hun profielwerkstuk naar Engeland, om door middel van observaties onderzoek te doen naar het fenomeen third place. Ze zitten in hun examenjaar op het MHV Pantarijn in Wageningen. 

1. Wat is een third place?

Een third place is een plek waar mensen bij elkaar komen om met elkaar te praten en te ontspannen. Het is erg informeel en ook een goede plek om nieuwe vrienden te maken. Kroegen, of een druk park in de zomer zijn er goede voorbeelden van.’

2. Wat hebben jullie geleerd over observeren tijdens jullie profielwerkstuk?

‘Toen we voor het eerst echt op onderzoek uitgingen waren we allebei heel nerveus, we dachten dat iedereen door zou hebben dat we ze aan het observeren waren. Nadat we wat meer onderzoek hadden gedaan en op meer plekken geweest waren, realiseerden we ons dat we eigenlijk helemaal niet zo opvallend waren. Veel mensen zijn toch vooral bezig met hun eigen dingen en geven niet zo veel om twee tieners aan een tafeltje verderop. Ook hebben we geleerd dat het best leuk kan zijn om mensen te observeren. Je kan echt op verschillende dieptes observeren. Kijk je bijvoorbeeld alleen of iemand aan het bellen is of luister je ook waar het gesprek over gaat?’

‘We dachten dat iedereen door zou hebben dat we ze aan het observeren waren.’

3. Wat was jullie favoriete third place?

‘De favoriete third place die we hebben onderzocht is waarschijnlijk Ely Library in Ely. Deze plek was zo comfortabel dat we bijna in slaap waren gevallen. Er waren ook nog veel andere leuke plaatsen die we hebben onderzocht, zoals Devonshire Arms in Cambridge waar een paar gasten muziek maakten nadat ze gegeten hadden, en café de Zaaier in Wageningen dat op vrijdag- en zaterdagavond vaak overspoeld is met studenten.’

4. Wie of wat zou je het liefst voor langere tijd observeren en waar zou je dan op letten?

‘Een park in de zomer lijkt ons erg leuk om te observeren; vaak doet iedereen iets anders en veel mensen kennen elkaar. We zouden letten op de verschillende activiteiten en de groepen mensen die er komen. Hier zou je dan een verband tussen kunnen leggen, bijvoorbeeld dat ouderen naar het park komen om te ontspannen en jongeren om met vrienden te sporten. Op deze manier omschrijf je op een leuke manier de omgeving en kan je zelf ook lekker buiten in de zon zitten.’

5. Bij welk vak ben je het meest bezig met observeren?

‘Bij lichamelijke opvoeding moet je veel observeren. Er zijn veel dingen om op te letten, teamgenoten, de tegenstander en bijvoorbeeld de bal. Dit zijn allemaal externe dingen, maar je moet ook vaak goed letten op dingen zoals je evenwicht. Ook bij aardrijkskunde leer je observeren, we hebben laatst een buurtprofiel gemaakt in een wijk, daarbij let je ook op de mensen en het karakter van de buurt. Zo leer je iets groots te omschrijven in kleinere onderwerpen en te letten op acties en details waar je normaal gesproken nooit naar zou kijken.’

‘Je kan echt op verschillende dieptes observeren.’